De Staat der Nederlanden moet Bush vervolgen wegens dreiging met agressie

DSCF0172.JPG

IN KORT GEDING GEDAGVAARD:

OM:

TENEINDE:

Bedreiging van Nederland met militair geweld

Bedreiging van Nederland met militair geweld door Bush als misdrijf tegen de vrede

De Nederlandse strafwet toepasselijk op Bush

Bush schuldig aan terrorisme in de zin van de Nederlandse en Europese regelgeving

Bedreiging van Nederland met militair geweld als misdrijf van Bush tegen de nationale strafwetten

Bush als agressor naar internationaal recht tegen Irak en als oorlogsmisdadiger

Bush aan het hoofd van een 'joint criminal enterprise'

De Staat als blindelingse handlanger van Bush

Belangen van eisers bij de vorderingen

MITSDIEN:

PRIMAIR:

SUBSIDIAIR:

MEER SUBSIDIAIR:

VERDER SUBSIDIAIR:

UITERST SUBSIDIAIR:


Heden, april tweeduizendvijf,

op verzoek van:

  1. DE HAAGSE STADSPARTIJ, gevestigd te Den Haag
  2. DE VERENIGING VAN ANTI-FASCISTISCHE OUD-VERZETSSTRIJDERS NEDERLAND; BOND VAN ANTI-FASCISTEN, gevestigd te Hoenderloo, gemeente Apeldoorn
  3. DE VERENIGING VAN JURISTEN VOOR DE VREDE, gevestigd te Utrecht
  4. ROB BOOGERT, wonende te Den Haag
  5. JAN BEENTJES, wonende te Leiden
  6. Haags Vredes Platform, gevestigd te Den Haag
  7. Stichting SOS kinderen Irak, gevestigd te Kuitaart
    etc., etc. (verdere inwoners van Den Haag, slachtoffers van Bush in Irak en Afghanistan, enz.)

te dezer zake domicilie kiezende te 's-Gravenhage, Valkenboslaan 72, ten kantore van mr. A.B.B. Beelaard, die tot procureur wordt gesteld,

heb ik,

krachtens mij verstrekte mondelinge last van de E.A. Heer / Mevrouw Voorzieningenrechter van de rechtbank te 's-Gravenhage

IN KORT GEDING GEDAGVAARD:

de STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Algemene Zaken en Ministerie van Buitenlandse Zaken), zetelend te 's-Gravenhage aan de Kazernestraat 52, ten parkette van de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, aldaar mijn exploit doende, sprekende met en afschrift dezes latende aan:

OM:

op april tweeduizendvijf

te verschijnen ter terechtzitting van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank te 's-Gravenhage, alsdan rechtdoende in kort geding, welke zitting aldaar zal worden gehouden in het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag;

Met aanzegging dat bij verschijnen ter vermelde rechtszitting een vast recht zal worden geheven van 205 euro, waarvan door on- of minvermogenden korting is te verkrijgen, en dat indien de gedaagde niet ter zitting verschijnt, terwijl de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen zijn, de Voorzieningenrechter verstek tegen hem zal verlenen en de vordering zal toewijzen, tenzij deze hem/haar onrechtmatig of ongegrond toekomt,

TENEINDE:

namens verzoekers als eisers te horen concluderen:

Aangezien voor op of omstreeks 7 mei 2005 een bezoek van de president van de Verenigde Staten aan ons land geagendeerd staat;

Aangezien van de Staat geëist wordt dat Bush, zodra hij voet op Nederlandse bodem zet, terstond zal worden aangehouden, dit met het oog op verdere vervolging en berechting, met subsidiaire vorderingen;

Bedreiging van Nederland met militair geweld

Aangezien op 10 juni 2002 de Volkskrant, onder de kop “Invasiewet VS schokt Kamerleden” meldde:

“De Tweede Kamer is geschokt door een Amerikaans wetsvoorstel dat de Verenigde Staten toestaat met militaire middelen Nederland binnen te vallen om Amerikaanse burgers te ontzetten die voor het Internationaal Strafhof zijn gedaagd”;

Aangezien NRC Handelsblad hierover op 10 juni 2002 berichtte:

“De Tweede Kamer vindt het onbegrijpelijk dat de Amerikaanse Senaat akkoord is gegaan met een wetsvoorstel dat een invasie in Nederland mogelijk maakt.”

en:

“In het wetsvoorstel behoudt Amerika zich het recht voor met militaire interventie Amerikaanse staatsburgers te bevrijden;

Aangezien oud-minister van Buitenlandse zaken Hans van den Broek op 10 juni 2002 in een opiniestuk in NRC Handelsblad

schreef:

“Het gaat hier namelijk niet alleen om gebrek aan respect voor de internationale rechtsorde en het, naar de letter gesproken, dreigen met een oorlogsdaad, maar tevens om een aantasting van het morele gezag van de Verenigde Staten. Die verheffen hiermee, en niet voor het eerst, het recht van de sterkste tot de hoogste rechtsnorm”;

Aangezien Trouw op 12 juni 2002 wist te berichten:

“Minister Van Aartsen van buitenlandse zaken heeft in een gesprek met de Amerikaanse ambassadeur Sobel zijn zorgen en bezwaren overgebracht over de omstreden Amerikaanse 'invasiewet'”;

Aangezien het overbrengen van 'bezorgdheid' aan de ambassadeur van de met agressie jegens Nederland dreigende staat klaarblijkelijk de maximale inspanning was, die de namens de Nederlandse Staat optredende regering in verband met deze ongehoorde rechtstreekse dreiging met militair geweld tegen de territoriale integriteit van Nederland in stelling wenste te brengen;

Aangezien dit overbrengen van 'bezorgdheid' op ambassadeursniveau dan tegelijkertijd de maximale inspanning was die de namens de Nederlandse Staat optredende regering zich wenste te getroosten teneinde deze afschuwelijke bedreiging aan het adres van het Internationaal Strafhof, dat door Nederland gastvrijheid wordt verleent en voor de welker ongestoord functioneren Nederland dan ook heeft in te staan, af te wenden;

Aangezien onder de omstandigheden van een dergelijke onvoorstelbare dreiging met rechtstreeks militair geweld door de Amerikanen tegen de institutie van het Internationaal Strafhof als zodanig van een onpartijdig en onafhankelijk functioneren van dit Strafhof vanzelfsprekend geen sprake kan zijn, en dit natuurlijk volstrekt niet anders wordt doordat de Nederlandse regering bij de Amerikaanse ambassadeur in Den Haag over deze dreiging met militair geweld haar 'bezorgdheid' kenbaar heeft gemaakt;

Aangezien bij antwoordbrief van 13 juni 2001 op deze door de Nederlandse regering uitgesproken bezorgdheid de Amerikaanse ambassadeur kwam met obligate plichtplegingen over 'de stellige verwachting' dat eventuele 'meningsverschillen' tussen Nederland en Amerika over het Strafhof in de toekomst als vrienden onder elkaar zullen kunnen worden geregeld en dat dan ook Amerika zich geen situaties zou kunnen voorstellen waarin Amerika

“…zich van militaire actie zou moeten bedienen tegen Nederland of een andere bondgenoot”;

Aangezien, met andere woorden, garanties van non-interventie niet worden gegeven en het citaat uit deze brief dat Amerika zich geen situaties zou kunnen voorstellen waarin het zich jegens Nederland van militaire actie zou moeten bedienen, in feite vol onderhuidse dreiging zit en dan ook klaarblijkelijk de impliciete boodschap bevat dat Nederland het maar beter zo kan plooien, met dat Strafhof, dat Amerika inderdaad niet wel degelijk alsnog in een situatie zou worden gebracht dat het zich 'van militaire actie zou moeten (sic!) bedienen';

Aangezien, ontdaan van alle franje, de boodschap vanuit Washington immers helder en duidelijk als volgt luidt: 'Garanties voor militaire non-interventie geven we niet, en zolang we niet in een positie worden gebracht dat we militair zouden moeten (!) optreden, blijft alles koek en ei;

Aangezien de regering Clinton namens de Verenigde Staten op 31 december 2000 het Statuut voor het Internationaal Strafhof had getekend, maar een behandeling hiervan in de Senaat werd uitgesteld tot na de beëindiging van diens presidentschap;

Aangezien de daarop volgende Bush administratie in dit opzicht slechts één oogmerk kende: het zo grondig en volledig mogelijk verzieken en torpederen van het Internationale Strafhof;

Aangezien van deze vernietigingscampagne deel uitmaakte de behandeling van de zogeheten 'American Service-members' Protection Act (ASPA)', die in de wandelgangen van de het Amerikaanse Congres werd aangeduid als de 'Hague Invasion Act';

Aangezien in de ASPA wordt bepaald:

“The President is authorized to use all means necessary and appropriate to bring about the release of any person described in subsection (b) who is being detained or imprisoned by, on behalf of, or at request of the International Criminal Court”;

en subsection (b) dan als categorieën van personen noemt, die voor een mogelijke gewelddadige bevrijdingsactie in aanmerking komen: (1) Amerikanen, (2) personen deel uitmakend van en bondgenootschap met Amerika en (3) personen afkomstig uit landen waarmee Amerika eventueel ad hoc een gezamenlijke militaire actie uitvoert.

Aangezien dan ook deze autorisatie om 'alle noodzakelijke middelen' aan te wenden, dus inclusief het gebruik van militair geweld om een bevrijdingsactie uit te voeren op Nederlands grondgebied, zeer ruim is gesteld en in feite ook gericht kan zijn op de bevrijding uit de cellen van het Internationaal Strafhof van iemand uit bijvoorbeeld Israël, of bij voorbeeld op een officier van welk land dan ook van de NAVO, dan wel op iemand van de buitenlandse coalitietroepen in Irak, die deel uitmaken van de bezettingsmacht in Irak;

Aangezien, voor zover hierover voorheen enige illusie mocht hebben bestaan, thans wel voldoende duidelijk in de openbaarheid is gebracht dat ook Amerikanen zich geregeld schuldig maken aan internationale misdrijven, die dan ook als zodanig onder de competentie vallen van het Internationale Strafhof, welk Hof dan de bevoegdheid zou hebben om daartegen op te treden, indien de betrokken misdrijven zijn begaan in een land dat tot het Internationale Strafhof is toegetreden en het Amerikaanse justitiële apparaat weigert om tot vervolging en bestraffing van de betrokken daders over te gaan;

Aangezien er een ruime kans is dat het Amerikaanse strafrechtelijke apparaat terzake in gebreke blijft, zelfs ten aanzien van zeer ernstige misdrijven naar internationaal humanitair recht, nu bijvoorbeeld moet worden vastgesteld dat het aantal Amerikaanse militairen dat op basis van de Torture Victim Protection Actwegens medeplichtigheid aan martelen is veroordeeld, nul bedraagt en in een hoofdredactioneel commentaar in NRC Handelsblad van 27 juni 2004 op het volgende de vinger werd gelegd:

“Nu hebben de VS bij ratificatie van de VN-Conventie tegen martelingen —waar ze overigens tien jaar mee hebben gewacht — voorbehouden gemaakt. Bijvoorbeeld dat voor het internationale delict van marteling een specifieke opzet aangetoond dient te worden. De memo's gaan echter nog veel verder en claimen een uitzondering voor martelen te goeder trouw, zelfs als de betrokkene daarvoor geen redelijke grond heeft. Of uit zelfverdediging. De VN-Conventie bepaalt echter dat buitengewone omstandigheden, of dat nu oorlog is of noodtoestand, nooit een rechtvaardiging van marteling kunnen opleveren. (…) Helemaal bizar is de claim dat president Bush uit hoofde van zijn grondwettelijke functie van opperbevelhebber carte blanche zou hebben in de wijze waarop hij de strijdkrachten instrueert, zelfs als dat de wet overtreedt. De VS hebben na de Tweede Wereldoorlog de processen van Neurenberg en Tokio mee helpen voeren om duidelijk te maken dat zo'n vrijbrief niet bestaat.”

Bedreiging van Nederland met militair geweld door Bush als misdrijf tegen de vrede

Aangezien in het internationale recht geldt dat als in een bepaald geval het gebruik van geweld een misdrijf zou zijn, dit ook geldt voor de dreiging met geweld, welk beginsel nog eens expliciet tot uitdrukking wordt gebracht in de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 1996 over kernwapens:

“Indien het overwogen gebruik van geweld zelf onrechtmatig is, zou de aangekondigde bereidheid om het te gebruiken een bedreiging zijn die verboden is volgens artikel 2 lid 4 [Handvest van de Verenigde Naties].”

(Rechtmatigheid van Kernwapens? — Uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 8 juli 1996, par. 47, blz. 30; uitgave Stichting Tribunaal voor de Vrede, 1998)

Aangezien dit dan tevens opgaat voor de onderhavige dreiging met militair geweld van Bush tegen Nederland, welke bedreiging mitsdien moet worden beschouwd als een buitengewoon ernstig misdrijf naar internationaal recht;

Aangezien immers het gebruik van militair geweld tegen Nederland een oorlogsdaad zou vormen en dienovereenkomstig een daad van agressie zou betekenen;

Aangezien artikel 6 Handvest van Neurenberg — als zodanig bij de oprichting van het Joegoslavië Tribunaal uitdrukkelijk herbevestigd als een van de belangrijkste bronnen van internationaal recht — in dit opzicht bepaalt:

“The following acts, or any of them, are crimes (…) for which there shall be individual responsibility:

(a) crimes against peace: namely, planning, preparation, initiation or waging of a war of aggression…”;

Aangezien deze dreiging met militair geweld van Bush echter niet alleen een buitengewoon ernstig misdrijf oplevert naar

internationaal recht, waarop nog uitgebreid op zal worden teruggekomen, maar ook een uitgesproken misdrijf vormt naar nationaal strafrecht;

Bedreiging van Nederland met militair geweld als misdrijf van Bush tegen de nationale strafwetten

Aangezien artikel 285 lid 1 Wetboek van Stafrecht, voor zover hier relevant, luidt:

“Bedreiging met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht, (…) met enig misdrijf tegen het leven gericht, (…) met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van twee jaren of een geldboete van de vierde categorie.”

Aangezien Bush zich schuldig maakt aan bedreiging met openlijk geweld, op voet van artikel 285 Wetboek van Strafrecht, gericht tegen personen of goederen die bij een mogelijke Amerikaanse militaire operatie tegen de penitentiaire inrichting van het Internationaal Strafhof in Den Haag het doelwit zouden kunnen vormen, tegen personen of militaire objecten die tegen een degelijk gewapend Amerikaans optreden weerstand zouden willen bieden, dan wel tegen personen die daarbij in de weg zouden kunnen lopen of voor een dergelijke Amerikaanse militaire operatie een obstakel zouden kunnen vormen;

Aangezien, meer speciaal, Bush, op voet van van artikel 285 Wetboek van Strafrecht, schuldig is aan bedreiging met geweld gericht tegen de 'internationaal beschermde personen', verbonden aan het Internationale Strafhof, alsmede aan bedreiging met geweld gericht tegen 'beschermde goederen' van dit Internationale Strafhof in de zin van bedoeld artikel;

Aangezien voorts Bush, meer speciaal, op voet van artikel 285 Wetboek van Strafrecht, zich schuldig maakt aan bedreiging met doodslag, bedreiging met het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, alsmede aan bedreiging met welk ander mogelijk misdrijf dan ook gericht tegen het leven, de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke integriteit, alsmede materiële goederen, van Nederlandse burgers en burgers van andere nationaliteiten, waaronder bepaald ook van functionarissen of medewerkers van het Internationale Strafhof, die het slachtoffer kunnen worden van eventuele Amerikaanse militaire agressie, met als doel het gewapenderhand bevrijden van Amerikaanse onderdanen uit de penitentiaire inrichting van het Internationale Strafhof in Den Haag;

Aangezien Bush verder, meer speciaal, op voet van artikel 285 Wetboek van Strafrecht, schuldig is aan bedreiging met elk denkbaar misdrijf gericht tegen het leven van de personen werkzaam bij het Internationale Strafhof, alsmede gericht tegen het leven van elke inwoner van Den Haag of daarbuiten die bij een mogelijke Amerikaanse militaire actie op dat moment het risico zou lopen als 'collateral damage'te fungeren, dan wel tegen het leven van iedereen die tegen deze Amerikaanse agressie weerstand zou trachten te bieden;

Aangezien Bush bovendien, meer speciaal, op voet van artikel 285 Wetboek van Strafrecht, schuldig is aan bedreiging met zware mishandeling van elkeen die gewond kan raken, lichamelijk dan wel geestelijk, als gevolg van mogelijk Amerikaanse militaire optreden op Haagse bodem;

Aangezien Bush tenslotte, meer speciaal, op voet van artikel 285 Wetboek van Strafrecht, schuldig is aan bedreiging met brandstichting die, bedoeld of onbedoeld, onderdeel zou kunnen vormen of het gevolg zou kunnen zijn van mogelijke Amerikaanse agressie op Nederlands grondgebied;

Aangezien oorlogshandelingen, behalve natuurlijk met openlijk geweld tegen personen en goederen, niet alleen gepaard plegen te gaan met tegen het leven gerichte acties, mishandeling en brandstichting, maar ook met het teweeg brengen van ontploffingen, versperring van land- en/of waterwegen, vernieling van gebouwen en het aanrichten van verdere vernielingen, o.a. ook aan infrastructurele voorzieningen, openbare nutsvoorzieningen en werken ten behoeve van de landsverdediging, alsmede met het met geweld dwingen van personen om iets te doen of na te laten, en met het doden of verwonden van mensen;

Aangezien Bush zich dan ook tevens schuldig maakt aan strafbare voorbereiding, in de zin van artikel 46 Wetboek van Strafrecht, van de hierna te noemen misdrijven.

En wel door, in het kader van eventuele Amerikaanse militaire agressie gericht tegen Nederlands territoir en met als oogmerk het gewapenderhand bevrijden van Amerikaanse onderdanen uit gevangenschap bij het Internationale Strafhof, middelen en gelden voorhanden te houden vooreen daarmee gepaard gaande:

  • opzettelijke brandstichting of het opzettelijk teweegbrengen van ontploffingen, op voet van artikel 157 Wetboek van Strafrecht;
  • verwijtbare versperring van land- of waterwegen, op voet van artikel 163 Wetboek van Strafrecht;
  • opzettelijke beschadiging of vernieling van enig gebouw of getimmerte, op voet van artikel 170 Wetboek van Strafrecht;
  • verwijtbare schuld aan de beschadiging of vernieling van enig gebouw of getimmerte, op voet van artikel 171 Wetboek van Strafrecht;
  • opzettelijke bevrijding van enig gevangene, die op openbaar gezag of krachtens rechterlijke uitspraak of beschikking van de vrijheid is beroofd, op voet van artikel 191 Wetboek van Strafrecht;
  • het wederrechtelijk bepaalde personen met geweld dwingen om bepaalde dingen te doen of na te laten, op voet van artikel 284 Wetboek van Strafrecht;
  • opzettelijk personen van het leven beroven, op voet van artikel 287 Wetboek van Strafrecht;
  • opzettelijk personen van het leven beroven, nadat daaraan reeds het plegen van strafbare feiten zal zijn voorafgegaan, op voet van artikel 288 Wetboek van Strafrecht;
  • het plegen van mishandeling, op voet van artikel 300 Wetboek van Strafrecht;
  • het plegen van mishandeling met voorbedachten rade, op voet van artikel 301 Wetboek van Strafrecht;
  • het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, op voet van artikel 302 Wetboek van Strafrecht;
  • het plegen van zware mishandeling met voorbedachten rade, op voet van artikel 303 Wetboek van Strafrecht;
  • het veroorzaken van dood door schuld, op voet van artikel 307 Wetboek van Strafrecht;
  • verwijtbare schuld aan zwaar lichamelijk letsel, op voet van artikel 308 Wetboek van Strafrecht;
  • het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen, beschadigen of onbruikbaar maken van goederen die aan anderen toebehoren, op voet van artikel 350 Wetboek van Strafrecht;
  • het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of onklaar maken van openbare nutsvoorzieningen, waterwerken en werken ten behoeve van de landsverdediging, op voet van artikel 351 Wetboek van Strafrecht;
  • verwijtbare schuld ten aanzien van het vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of onklaar maken van openbare nutsvoorzieningen, waterwerken en werken ten behoeve van de landsverdediging, op voet van artikel 351 bis Wetboek van Strafrecht;
  • het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken van openbare nutsvoorzieningen, waterwerken en werken ten behoeve van de landsverdediging, terwijl daarvan levensgevaar voor anderen te duchten valt, op voet van artikel 354 Wetboek van Strafrecht;

De Nederlandse strafwet toepasselijk op Bush

Aangezien in artikel 2, eerste lid, van de Wet Internationale Misdrijven (WIM) onder meer wordt gesteld dat, onverminderd hetgeen te dien aanzien bepaald wordt in het Wetboek van Strafrecht, de Nederlandse strafwet toepasselijk is:

a.op ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een van de in deze wet omschreven misdrijven, wanneer de verdachte zich in Nederland bevindt;

b.op ieder die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een van de in deze wet omschreven misdrijven, wanneer het feit is begaan tegen een Nederlander;

Aangezien Bush zich buiten Nederland schuldig maakt, en schuldig heeft gemaakt, aan in de WIM omschreven misdrijven, en van zins is zich begin mei 2005 in Nederland op te houden, zodat reeds om die reden de Nederlandse strafwet op hem toepasselijk moet worden geacht, zodra hij voet op Nederlandse bodem zal zetten;

Aangezien Bush zich tevens buiten Nederland schuldig maakt, en schuldig heeft gemaakt, aan in de WIM omschreven misdrijven, begaan tegen Nederlanders, nu de WIM in artikel 2 lid 2 voorts bepaalt dat met “een van de in deze wet omschreven misdrijven” wordt gelijkgesteld een misdrijf als omschreven in de artikelen 131-134 Wetboek van Strafrecht, met name dus opruiing tot geweld tegen het openbaar gezag en het verspreiden van geschriften gericht op opruiing tot geweld tegen het openbaar gezag, dan wel een misdrijf als omschreven in artikel 140 Wetboek van Strafrecht, met name deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van strafbare feiten;

Aangezien Bush immers opruit tot het gebruik van militair geweld tegen het Nederlandse openbare gezag en bepaald ook tegen Nederlandse burgers, telkens als hij een mogelijke agressieve militaire actie tegen Nederland en het in Nederland gevestigde Internationale Strafhof direct of indirect aan de orde stelt, en zich thans al schuldig maakt aan deelneming aan een criminele organisatie door een misdadige actie tegen Nederland, in samenwerking met andere leden van de Amerikaanse administratie en leden van het Amerikaanse Congres, wettelijk mogelijk te maken, met een dergelijk misdadig optreden te dreigen en een dergelijk misdadig optreden daadwerkelijk voor te bereiden;

Aangezien daarmee vaststaat dat de Nederlandse strafwet op Bush toepasselijk is;

Aangezien weliswaar de WIM in artikel 16 bepaalt dat strafvervolging van een der in deze wet omschreven misdrijven is uitgesloten ten aanzien van buitenlandse staatshoofden, maar het Nederlandse Wetboek van Strafrecht een dergelijke uitzonderingsbepaling niet kent, zodat niet valt aan te nemen dat Bush niet vervolgd kan worden voor de hierboven in het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijven, welke hij pleegt en voorbereidt tegen de Nederlandse rechtsorde, nu overigens vaststaat dat de Nederlandse strafwet op hem van toepassing is;

Aangezien er daarom geen enkel juridisch beletsel bestaat om de persoon Bush, die een ernstig gevaar vormt voor de Nederlandse rechtsorde, voor Nederlandse burgers en voor hun eigendommen, alsmede voor het Internationale Strafhof en voor allen die daar werkzaam zijn, terstond als hij voet op Nederlandse bodem zet aan te houden, te vervolgen voor zijn hierboven aangegeven inbreuken op de in het Nederlandse Wetboek van Strafwet omschreven strafrechtelijke normen, en hem daarvoor te vonnissen;

Bush schuldig aan terrorisme in de zin van de Nederlandse en Europese regelgeving

Aangezien Bush jegens de Nederlandse Staat, Nederlandse instituties en Nederlandse staatsburgers, alsmede jegens het Internationaal Strafhof en de daarmee verbonden functionarissen en medewerkers, zich schuldig maakt aan terroristische bedreiging, nu bij hem daadwerkelijk het oogmerk voorstaat om, middels dreiging met gewelddadige actie,

'de bevolking of een deel van de bevolking van Nederland ernstige vrees aan te jagen, dan wel de Nederlandse overheid en een internationale organisatie, in casu dus het Internationale Strafhof, te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden (…)',

hetgeen exact voldoet aan de delictsomschrijving die in casu binnen het Nederlandse en Europese rechtskader voor terroristische activiteit is vastgesteld;

Aangezien dan ook Bush, op verdenking van terroristische bedreigingen en terroristische oogmerken tegen de Nederlandse staat, tegen de Nederlandse rechtsorde en tegen Nederlandse staatsburgers, alsmede tegen het Internationale Strafhof en de daaraan verbonden functionarissen en medewerkers, zodra hij in Nederland aankomt terstond dient te worden aangehouden, vervolgd en berecht;

Bush als agressor naar internationaal recht tegen Irak en als oorlogsmisdadiger

Aangezien vast staat dat Bush zich schuldig heeft gemaakt aan het voeren van een agressie-oorlog tegen de Republiek Irak, alsmede aan het plegen van oorlogsmisdrijven in het kader van deze agressie-oorlog;

Aangezien het Statuut van het Internationaal Strafhof, in artikel 5, nog eens expliciet benadrukt dat “war crimes” en “the crime of aggression”behoren tot de “most serious crimes” die denkbaar zijn, en als zodanig zijn “of concern to the international community as a whole”;

Aangezien het voeren van een agressie-oorlog het meest ernstige misdrijf is dat de wereldgemeenschap kent, zodat dan ook door het Neurenberg Tribunaal werd vastgesteld:

“To initiate a war of aggression, therefore, is not only an international crime; it is the supreme international crime differing only from other war crimes in that it contains within itself the accumulated evil of the whole.”(H.M. Attorney-General(ed); TheTrial of theGerman Major War criminals, Part 22, HSMO (London 1959) p. 421)

Aangezien op iedere Staat de internationale verplichting rust om te bevorderen dat schenders van het agressie-verbod en oorlogsmisdadigers niet straffeloos blijven, maar hun gerechte straf niet zullen ontlopen;

Het internationale commitment van de Statengemeenschap dat oorlogsmisdadigers moeten worden vervolgd en berecht

Aangezien in resolutie 3074 (XXVIII) van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 3 december 1972 aangaande de 'Principles of international cooperation in the detection, arrest, extradition and punishment of persons guilty of war crimes and crimes against humanity' dan ook tot uitdrukking wordt gebracht, na te hebben vastgesteld:

“Taking into account the special need for international action in order to ensure the prosecution and punishment of persons guilty of war crimes and crimes against humanity,”

dat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties

“…proclaims the following principles of international cooperation between peoples in the detection, arrest, extradition and punishment of persons guilty of war crimes and crimes against humanity:

1. War crimes and crimes against humanity, wherever they are committed, shall be subject to investigation and the persons against whom there is evidence that they have committed such crimes shall be subject to tracing, arrest, trial and, if found guilty, to punishment.”

(…)

6. States shall cooperate with each other in the collection of information and evidence which would help to bring to trial the persons [against whom there is evidence that they have committed war crimes and crimes against humanity] (…) and shall exchange such information.”

Aangezien voorts in de Preambule van het Statuut van het Internationale Strafhof de partijen bij dit Statuut dit uitgangspunt nog eens in de volgende bewoordingen benadrukken:

“Affirming that the most serious crimes of concern to the international community as a whole must not go unpunished and that their effective prosecution must be ensured by taking measures at the national level and by enhancing international cooperation”,

en:

“Determined to put an end to impunity for the perpetrators of these crimes and thus to contribute to the prevention of such crimes”,

alsmede:

“recalling that it is the duty of every State to exercise its criminal jurisdiction over those responsible for international crimes”;

De rechtsplicht van de Staat der Nederlanden om Bush te vervolgen en te berechten

Aangezien dan ook de door Bush gepleegde misdrijven tegen de vrede en oorlogsmisdrijven niet alleen rechtvaardigen dat door de Nederlandse Staat onmiddellijk stappen worden ondernomen gericht op zijn arrestatie, berechting en eventuele veroordeling, maar deze misdrijven de Nederlandse Staat zelfs noodzaken om, als de gelegenheid zich daartoe voordoet, tot diens arrestatie over te gaan, alsmede, aansluitend, tot het verrichten van inspanningen om vervolgens tot diens berechting en veroordeling te komen;

Aangezien dan ook, nu Nederland zichzelf de weg heeft afgesneden om zelf Bush te vervolgen, althans voor zover het betreft terzake van in de Wet Internationale Misdrijven (WIM) omschreven oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid, een en ander gezien het feit dat in artikel 16 van de genoemde wet wordt bepaald dat strafvervolging van in de WIM omschreven internationale misdrijven is uitgesloten ten aanzien van buitenlandse staatshoofden - waarbij dan overigens de vraag aan de orde is of hier sprake is van een juiste implementatie van in casu ook voor ons land terzake geldende internationale rechtsverplichtingen -, moet worden aangenomen dat op de Nederlandse Staat in elk geval tenminste de rechtsplicht rust om, Bush eenmaal gearresteerd hebbende, zorgvuldig na te gaan aan welk land of aan welke institutie Bush zou kunnen worden overgedragen, teneinde veilig te stellen dat hij verder zal worden vervolgd en berecht terzake van de de door hem begane internationale misdrijven;

Aangezien de arrestatie van Bush immers op zich een feit dient te zijn, zodra hij voet op Nederlandse bodem zet, niet alleen omdat het internationale recht nu eenmaal de arrestatie eist van personen verdacht van oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid, maar ook omdat Bush immers reeds dient te worden gearresteerd en berecht terzake van de misdrijven die hij heeft begaan tegen de Nederlandse rechtsorde en de Nederlandse strafwetten, geïncorporeerd in het Wetboek van Strafrecht, en wel door, kortweg, het dreigen met grof militair geweld gericht tegen de Nederlands territoir en tegen de in Nederland onderdak vindende internationale institutie van het Internationale Strafhof, en het dreigen met het zaaien van dood en verderf jegens Nederlandse onderdanen, alsmede jegens degenen die verbonden zijn aan dit Internationale Strafhof, die van een dergelijke onvoorstelbaar misdadige actie van genoemde Bush het slachtoffer dreigen te worden;

Aangezien daarbij voorts, zoals hierboven vastgesteld, bepaald ook sprake is van apert terroristisch gedrag van genoemde Bush, in de zin van de Nederlandse en Europese wetgeving op dit punt, zodat ook daarom arrestatie van deze Bush, zodra hij voet zet op Nederlandse bodem, de enige rechtens aanvaardbare handelwijze zou kunnen zijn;

Aangezien de Nederlandse (straf)wetten die in dit opzicht voor misdrijven naar nationaal recht in het geding zijn immers, anders dan de WIM doet voor wat betreft misdrijven naar internationaal recht, geen immuniteit bedingt voor staatshoofden die op dit punt de Nederlandse rechtsorde schenden, zodat niet valt in te zien dat Bush voor de onderhavige rechtsschendingen naar nationaal recht niet gearresteerd, vervolgd en berecht zou kunnen worden;

Overdracht van Bush aan het Internationaal Strafhof, zodra Nederland de Prosecutor daartoe bereid zal hebben gevonden

Aangezien in dit verband dan tevens aan de orde is of Bush, zodra hij gearresteerd zal zijn, niet ook terzake van de door hem gepleegde internationale misdrijven, welke onder de jurisdictie van van het Internationale Strafhof vallen, zou dienen te worden overgedragen aan datzelfde Internationale Strafhof, zodra dit internationale hof om zijn uitlevering en overdracht zou verzoeken, nu dit Strafhof terzake van dergelijke internationale misdrijven uitdrukkelijk wèl jurisdictie over hem zou hebben, maar Nederland niet;

Aangezien immers artikel 27 van het Statuut van het Internationaal Strafhof, in tegenstelling tot de WIM, uitdrukkelijk bepaalt:

“I. This Statute shall apply equally to all persons without any distinction based on official capacity. In particular, official capacity as a Head of State or Government, a member of a Government or parliament, an elected representative or a government official shall in no case exempt a person from criminal responsibility under this Statute, nor shall it, in and of itself, constitute a ground for reduction of sentence.”

Aangezien de Verenigde Staten weliswaar geen partij zijn bij het Internationale Strafhof, maar dit niet betekent dat dit internationale hof geen jurisdictie over Bush zou hebben, nu artikel 12, tweede lid, van het Statuut van het Internationale Strafhof bepaalt dat er sprake is van jurisdictie van dit internationale hof,

“…if one or more of the following States are parties to this Statute (…):

(a) The State on the territory of which the conduct in question occurred (…).”

Aangezien Bush, in criminele vereniging met andere leden van de Amerikaanse administratie, zich wereldwijd doorlopend schuldig maakt aan fundamentele schendingen van de mensenrechten, en mitsdien ook dergelijke schendingen pleegt in tal van landen die partij zijn bij dit Statuut;

Aangezien weliswaar het Internationale Strafhof thans geen onderzoek heeft lopen tegen Bush, maar dit niet betekent dat een dergelijk onderzoek door de Prosecutorvan dit internationale hof ook niet zou worden geëntameerd;

Aangezien Nederland immers, vanuit de gehoudenheid om er alles aan te doen dat de door Bush begane misdrijven tegen het internationale humanitaire recht niet zonder vervolging blijven en zichzelf naar nationaal recht afgesloten hebbende van de mogelijkheid om hem zelf terzake van de door hem begane 'most serious crimes' naar internationaal recht te berechten, de Prosecutorvan de noodzakelijke informatie zou kunnen voorzien om een onderzoek tegen Bush te starten, een en ander in overeenstemming met het gestelde in artikel 15, eerste lid, van het Statuut van het Internationale Strafhof, luidende:

“The Prosecutor may initiate investigation proprio motuon the basis of information on crimes within the jurisdiction of the Court.” (beklemtoning toegevoegd)

Aangezien die aldus verschafte informatie het Internationale Strafhof alsnog tot een onderzoek tegen en vervolging van Bush zou kunnen leiden, waarna tot overdracht van Bush aan dit Internationale Strafhof zou kunnen worden overgegaan;

Bush in voorlopige detentie gehouden vanwege zijn misdrijven tegen de Nederlandse rechtsorde

Aangezien tot die tijd Bush in elk geval in detentie dient te worden gehouden, vervolgd dient te worden en terecht dient te staan voor de hierboven weergegeven misdrijven die hij begaan heeft naar nationaal strafrecht, waaronder dus bepaald ook het misdrijf van terrorisme;

Internationale verplichting voor Nederland tot vervolging over te gaan van ernstige schendingen van de Conventies van Genève

Aangezien in artikel 146 van de Vierde Conventie van Genève en artikel 129 Derde Conventie van Genève wordt bepaald dat de partijen bij deze Geneefse Conventies de verplichting hebben om te zoeken naar degenen die verdacht worden van 'grave breaches' van deze Conventies en te streven naar berechting van dergelijke personen, een en ander in de navolgende bewoordingen:

“Each High Contracting Party shall be under the obligation to search for persons alleged to have committed, or to have ordered to be committed, such grave breaches, and shall bring such persons, regardless of their nationality, before its own courts. It may also, if it prefers, and in accordance with its own legislation, hand such persons over for trial to another High Contracting Party concerned, provided such High Contracting Party has made out a prima facie case.”

Aangezien in artikel 147 Vierde Conventie van Genève en artikel 130 Derde Conventie van Genève de volgende inbreuken op de Geneefse Conventies als 'grave breaches' worden aangeduid:

“ Grave breaches to which the preceding Article relates shall be those involving any of the following acts, if committed against persons or property protected by the present Convention: willful killing, torture or inhumane treatment, including biological experiments, willfully causing great suffering or serious injury to body or health, unlawful deportation or transfer or unlawful confinement of a protected person, compelling a protected person to serve in the forces of a hostile Power, or willfully depriving a protected person of the rights of fair and regular trial prescribed in the present Convention, taking of hostage and extensive destruction and appropriation of property, not justified by military necessity and carried out unlawfully and wantonly.”

Aangezien het Eerste Aanvullende Protocol bij de Verdragen van Genève het aantal 'grave breaches' in artikel 85 lid 2-4 nog een uitbreiding geeft in de volgende zin:

“ 2. Acts described as grave breaches in the Conventions are grave breaches of this Protocol if committed against persons in the power of an adverse party protected by Articles 44 [i.e. prisoners of war], 45 and 73 [i.e. refugees and stateless persons] of this Protocol, or against the wounded, sick and shipwrecked of the adverse Party who are protected by this Protocol, or against those medical or religious personnel, medical units or medical transports which are under control of the adverse Party and are protected by this Protocol.

3. In addition to the grave breaches defined in Article 11, the following acts shall be regarded as grave breaches of this Protocol, when committed willfully, in violation of the relevant provisions of this Protocol, and causing death or serious injury to body or health:

(a) Making the civilian population or individual civilians the object of attack;

(b) Launching an indiscriminate attack affecting the civilian population or civilian objects in the knowledge that such attack will cause excessive loss of life, injury to civilians or damage to civilian objects, as defined in Article 57, paragraph 2 (a) (iii);

(c) Launching an attack against works or installations containing dangerous forces in the knowledge that such attack will cause excessive loss of life, injury to civilians or damage to civilian object, as defined in Article 57, paragraph 2 (a) (iii);

(d) Making non-defended localities and demilitarized zones the object of attack;

(e) Making a person the object of attack in the knowledge that he is hors de combat;

4. In addition to the grave breaches defined in the preceding paragraphs and in the Conventions, the following shall be regarded as grave beaches of this Protocol, when committed willfully and in violation of the Conventions and of the Protocol:

(a) The transfer by the Occupying Power of parts of its own civilian population into the territory it occupies, or the deportation or transfer of all parts of the population of the occupied territory within or outside this territory (…);

(b) Unjustifiable delay in the repatriation of prisoners of war or civilians;

(…)

(d) making the clearly-recognized historic monuments, works of arts or places of worship which constitutes the cultural or spiritual heritage of peoples and to which special protection has been given by special arrangement, for example, within the framework of a competent international organization, the object of attack, causing as a result extensive destruction thereof, where there is no evidence of the violation of the adverse Party of Article 53, subparagraph (b) [i.e. to use such objects in support of the military effort], and when such historic monuments, works of arts and places of worship are not located in the immediate proximity of military objectives;

(e) Depriving a person protected by the Conventions or [in the power of the adverse Party] of the rights of fair and regular trial.”

Aangezien dan het in het hierboven geciteerde artikel 85 lid 3 Protocol I genoemde artikel 11, voor zover hier relevant, luidt:

“1. The physical or mental health and integrity of persons who are in the power of the adverse Party or who are interned, detained or otherwise deprived of liberty as a result of a situation referred to in Article 1 shall not be endangered by any unjustified act or omission. Accordingly, it is prohibited to subject the persons described in this Article to any medical procedure which is not consistent with generally accepted medical standards which would be applied under similar medical circumstances to persons who are nationals of the Party conducting the procedure and who are in no way deprived of liberty.

2. It is, in particular, prohibited to carry out on such persons, even with their consent:

(a) Physical mutilations;

(b) Medical or scientific experiments;

(c) Removal of tissue or organs for transplantation,

except where these acts are justified in conformity with the conditions provided for in paragraph 1.

3. Exceptions to the prohibition in paragraph 2(c) may be made only in case of donations of blood for transfusion or of skin for grafting, provided that they are given voluntary and without any coercion or inducement, and then only for therapeutic purposes, under conditions consistent with generally accepted medical standards or controls designed for the benefit of both the donor and the recipient.

4. Any willful act or omission which seriously endangers the physical or mental health or integrity of any person who is in the power of a party other than the one on which he depends and which either violates any of the prohibitions in paragraphs 1 and 2 or fails to comply with the requirements of paragraphs 3 shall be a grave breach of this Protocol.”

Aangezien dan voorts nog het in artikel 85 lid 3 onder (b) en (c) Protocol I genoemde artikel 57 lid 2 onder (a) (iii) Protocol I bepaalt:

2. With respect to attacks, the following precautions shall be taken:

(iii) refrain from deciding to launch any attack which may be expected to cause incidental loss of civilian life, injury to civilians, damage to civilian objects, or a combination thereof, which would be excessive in relation to the concrete and direct military advantage anticipated;”

Aangezien dan tenslotte in lid 5 van artikel 85 lid 2 Protocol I wordt vastgesteld:

“5. Without prejudice to the application of the Conventions and of this Protocol grave breaches of these instruments shall be regarded as war crimes.”

Aangezien de landen aangesloten bij de Conventies van Genève, in artikel 148 Vierde Conventie en artikel 131 Derde Conventie uitdrukkelijk de verplichting zijn aangegaan om noch zichzelf noch andere lidstaten te vrijwaren van aansprakelijkheid voor inbreuken op deze Conventies.

Aangezien artikel 148 Vierde Conventie van Genève, resp. artikel 131 Derde Conventie van Genève in dit verband bepalen:

“No High Contracting Party shall be allowed to absolve itself or any other High Contracting Party of any liability incurred by itself or by another High Contracting Party in respect of breaches referred to in the preceding Article.”

Aangezien dit betekent dat Nederland evenmin zichzelf als de Verenigde Staten kan ontslaan van aansprakelijkheid voor 'grave breaches' van de Geneefse Conventies die worden begaan, zodat de Staat de spontaan opwellende gedachte om de 'Amerikaanse vrienden' hier de helpende hand toe te steken en een oogje dicht te knijpen voor de 'grave breaches' begaan onder verantwoordelijkheid van Bush, dient te vergeten;

Aangezien in dit verband in artikel 86 lid 1 Protocol I nog eens wordt benadrukt:

“The High Contracting Parties and the parties to the conflict shall repress grave breaches, and take measures to suppress all other breaches, of the the Conventions or of this Protocol which result from a failure to act when under duty to do so.”

Het rechtsbeginsel van persoonlijke aansprakelijkheid en individuele verantwoordelijkheid van Bush voor de ernstige schendingen door de Verenigde Staten van de Conventies van Genève, tot vervolging waarvan de Staten die partij zijn bij deze Conventies zich uitdrukkelijk hebben verplicht

Aangezien, sedert de grondvesting van het Handvest van Neurenberg, het beginsel van individuele aansprakelijkheid en persoonlijke verantwoordelijkheid voor ernstige misdrijven naar internationaal humanitair recht hecht is verankerd in het recht;

Aangezien bij de processen van Neurenberg in dit verband nog eens uitdrukkelijk is uitgesproken:

“Crimes against international law are committed by man, not by abstract entities, and only by punishing individuals who commit such crimes the provisions of international law [can] be enforced.”
(AnnualDigest, 13 (1946), p. 221)

Aangezien ingevolge artikel 6 van het Handvest van Neurenberg diegenen persoonlijk verantwoordelijk en individueel aansprakelijk zijn voor misdrijven tegen het internationale humanitaire recht die, 'hetzij individueel, hetzij als leden van organisaties', zich schuldig maken aan dergelijke misdrijven, dan wel degenen die een agressie-oorlog plannen, voorbereiden of het initiatief daartoe nemen;

Aangezien het Statuut van het Joegoslavië Tribunaal de verdere ontwikkeling van het leerstuk van de individuele verantwoordelijkheid in het internationale recht in beeld brengt en in artikel 7, eerste lid, uitdrukkelijk als individueel verantwoordelijk voor misdrijven tegen het internationale recht in het vizier neemt:

“A person who planned, instigated, ordered or otherwise aided and abetted in the planning, preparation or execution…”

van een zodanig misdrijf, terwijl daar dan in lid 3 nog aan wordt toegevoegd dat het feit dat een dergelijk misdrijf

“…was committed by a subordinate does not relieve his superior of criminal responsibility if he knew or had reason to know that the subordinate was about to commit such acts or had done so and the superior failed to take the necessary and reasonable measures to prevent such acts or to punish the perpetrators thereof.”

Aangezien dus voor het aannemen van zgn. 'command responsibility' voldoende is dat de superieur wist of zelfs maar had moeten weten dat ondergeschikten dergelijke misdrijven tegen het internationale humanitaire recht zouden begaan en de superieur dit niet heeft voorkomen, dan wel bestraffing achterwege heeft gelaten.

Bush aan het hoofd van een 'joint criminal enterprise'

Aangezien het Joegoslavië Tribunaal verder het leerstuk heeft ontwikkeld van de 'joint criminal enterprise', waarbij dan sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de begane misdrijven tegen het internationale humanitaire recht.

'Command responsibility' van Bush voor de 'crime of aggression' en voor verdere oorlogsmisdrijven van de Verenigde Staten, die ernstige inbreuken representeren op de Geneefse Conventies

Aangezien ingevolge de 'command responsibility' Bush dus niet alleen persoonlijk verantwoordelijk en individueel aansprakelijk moet worden gehouden voor het plannen, aanstichten, bevelen van of actief behulpzaam zijn bij misdrijven tegen het internationale humanitaire recht die aldus door de Verenigde Staten werden en worden begaan, alsmede voor het bijdragen tot de planning en voorbereiding van aldus begane misdrijven, maar ook voor alle misdrijven tegen het internationale humanitaire recht, begaan door zijn ondergeschikten - dan wel de ondergeschikten van de mede-leden van de gezamenlijke criminele vereniging waar Bush aan het hoofd van staat en waarvan hij deel uitmaakt - waar hij van wist, of waarvan hij zelfs maar had moeten weten, dan wel die hij ten onrechte niet heeft voorkomen, of waarvan hij de bestraffing achterwege heeft gelaten;

Bush als aansprakelijk volgens het principe van 'aider and abettor liability' voor grove schendingen van de Geneefse Conventies, begaan door derde landen, maar opzettelijk mogelijk gemaakt door de Verenigde Staten

Aangezien daarnaast het Joegoslavië Tribunaal nog een verdere versterking en verfijning van het principe van individuele verantwoordelijkheid en persoonlijke aansprakelijkheid voor misdrijven tegen het internationale humanitaire recht in beeld heeft gebracht in het kader van wordt aangeduid als de zgn. 'aider and abettor liability';

Aangezien er in dat kader ook sprake is van persoonlijke medeverantwoordelijkheid en individuele medeaansprakelijkheid voor behulpzaam zijn bij of bijdragen tot misdrijven tegen het internationale humanitaire recht, indien het gaat om:

“…practical assistance, encouragement, or moral support which has a substantial effect on the perpetration of the crime”,

zoals tot uitdrukking gebracht in Prosecutorv. Furundzija, ICTY case IT-95-17/1-T (Dec 10,1998),

waarbij dan voorts nog geldt dat, voor het vestigen van strafrechtelijke aansprakelijkheid van degene die aldus hand- en spandiensten verleent met betrekking tot de betrokken misdrijven naar internationaal humanitair recht, het niet noodzakelijk is dat deze door hem of haar verleende 'practical assistance' dan een doorslaggevend element vormde bij het uiteindelijke begaan van het misdrijf door de hoofd verantwoordelijke;

Aangezien hier geldt:

“The act of assistance needs not to have caused the act by the principal.”

Eerder is het voldoende dat:

“…the acts of the accomplice make a significant difference to the commission of the criminal act by the principal.”

En dat:

“…the criminal act most probably would not have occurred in the same way [without] someone acting in the role that the [accomplice] in fact assumed.”

(Prosecutor v. Furundzija; Prosecutor v. Kunarac, IT-96-23-T & IT-96-23/1-T, 391 (Feb. 22,2001); Prosecutor v. Tadic, ITY-94-1, 688 (May 7,1997) (www.un.org/icty/tadic/trialc2/judgement/index.htm)

Aangezien voor wat betreft de intenties van de dader het voor het aannemen van 'aider and abettor liability' voldoende is dat de 'aider and abettor' redelijkerwijs wist dat hij door zijn optreden ertoe zou bijdragen dat de hoofddader zijn misdrijf zou begaan. (Furundzija at 245);

Aangezien het U.S. Ninth Circuit Court of Appeals in Pasadenadan ook oordeelde, bij vonnis van 15 september 2002 in de Unocal zaak ( Doe v. Unocal):

“Thus, it is not necessary for the accomplice to share the mens rea of the perpetrator, in the sense of positive intention to commit the crime'. In fact, it is not even necessary that the aider and abettor knows the precise crime that the principal intends to commit. Rather, if the accused is aware one or a number of crimes will probably be committed, and one of those crimes is in fact committed, he has intended to facilitate the commission of that crime, and is guilty as an aider and abettor.”

Specifieke ernstige inbreuken op de Conventies van Genève waarvoor Bush 'command responsibility' draagt

Aangezien Bush in de eerste plaats 'command responsibility' draagt voor een groot aantal misdrijven tegen het internationale humanitaire recht en voorts 'aider and abettor liability' voor een groot aantal andere misdrijven tegen het internationale humanitaire recht, die niet direct zijn begaan door de Verenigde Staten of onder verantwoordelijkheid van de Verenigde Staten zijn tot stand gekomen, noch door de Verenigde Staten uitdrukkelijk zijn aangesticht, maar die zonder het specifieke optreden van de Verenigde Staten onder leiding van Bush niet als zodanig tot stand zouden zijn gekomen, en waarvan Bush en de mede-leden van de criminele vereniging aan het hoofd waarvan hij staat gewaar waren dat deze, mede als gevolg van hun optreden, waarschijnlijk zouden worden begaan, en door het optreden van Bush en zijn mede-daders wel uitdrukkelijk mede mogelijk zijn gemaakt;

Aangezien, samenvattend, prima facie duidelijk is dat Bush, al of niet in gezamenlijkheid met de mede-leden van de criminele verenging waarvan hij deel uitmaakt, allereerst rechtstreeks individueel verantwoordelijk en persoonlijk aansprakelijk is voor de ergst misdrijf naar internationaal recht dat denkbaar is, namelijk het misdrijf van het voeren van een agressie-oorlog tegen de Republiek Irak.

Een misdrijf dat, zoals het Tribunaal van Neurenberg dat heeft vastgesteld, in zich draagt de 'accumulated evil' van alle denkbare oorlogsmisdrijven gezamenlijk, en een misdrijf dat in artikel 5 van het Statuut van het Internationaal Strafhof dan ook terecht wordt gekwalificeerd als een 'most serious crime';

Aangezien voorts prima facie duidelijk is dat Bush, eveneens al of niet in gezamenlijkheid met mede-leden van de criminele vereniging waarvan hij deel uitmaakt, verantwoordelijk is, rechtstreeks dan wel als drager van 'command responsibility', voor een groot aantal 'grave breaches' van de Geneefse Conventies, genoemd in artikel 147 Vierde Conventie van Genève en in artikel 130 derde Conventie van Genève, alsmede genoemd in artikel 11 en artikel 85 van het Eerste Aanvullende Protocol bij de Verdragen van Genève, welke 'grave breaches' dan ingevolge het bepaalde in artikel 85 lid 5 Protocol I uitdrukkelijk als oorlogsmisdrijven moeten worden gekwalificeerd;

Aangezien immers reeds op het eerste gezicht er sprake van is dat, in het kader van de oorlog tegen Irak en de daarop volgende bezetting van dit land, alsmede in het kader van de oorlogshandelingen in Afghanistan, de Amerikanen, onder 'command responsibility' van Bush en de zijnen, zich in elk geval zonder meer schuldig hebben gemaakt en schuldig maken aan de volgende 'grave breaches' van de Geneefse Conventies tegen beschermde personen, genoemd in artikel 147, Vierde Conventie, resp. artikel 130, Derde Conventie, dan wel genoemd in de artikelen 11 en 85 lid 2-4 Protocol I:

  1. Willful killing, torture or inhumane treatment;
    (in gevangenissen als de Abu Graib en tijdens militair optreden)
  2. Willfully causing great suffering or serious injury to body or health;
    (middels het gebruik van clusterbommen in de onmiddellijke omgeving van de burgerbevolking; middels optreden tegen gedetineerden)
  3. Unlawfuldeportation;
    (middels de gedwongen ontruiming van Falluja)
  4. Unlawful confinement of a protected person;
    (middels het gevangen houden, zonder vorm van proces, van grote aantallen mensen, die naar de standaards van de Geneefse Conventies, óf moeten worden beschouwd als burgers, óf als combattanten)
  5. Willfully depriving a protected person of the rights of fair and regular trial prescribed in the present Convention;
    (middels het uitsluiten van talloze mensen van een 'fair andregular trial' in Guantanamo Bay en in andere Amerikaanse gevangenkampen over de gehele wereld)
  6. Making the civilian population or individual civilians the object of attack;
    (middels talrijke, gedocumenteerde schietpartijen rechtstreeks op burgers in Irak en in Afghanistan)
  7. Launching an indiscriminate attack affecting the civilian population or civilian object in the knowledge that such attack will cause excessive loss of life , injury to civilians or damage to civil objects, or a combination thereof;
    (middels aanvallen met clusterbommen; middels de grootscheepse vernietiging van Falluja, waar een op de drie huizen is vernield of zwaar beschadigd, als gevolg van Amerikaans militair optreden)
  8. Making a person object of attack in the knowledge that he is hors de combat;
    (gedocumenteerde en op beeld vastgelegde gevallen van het gericht afmaken van gewonde personen door Amerikaanse militairen)
  9. Unjustifiable delay in the repatriation of prisoners of war or civilians;
    (middels het onbeperkt en zonder vorm van proces opgesloten houden van een grote aantallen mensen, onder anderen in Guantanamo Bay, onder het voorwendsel dat ze zogenaamd niet onder Geneefse Conventies zouden vallen)
  10. Commission of unjustifiable acts or omissions, which endangers the physical or mental health and integrity of persons who are detained, interned or otherwise deprived of liberty;
    (Zoals aan de orde van de dag in Guantanamo Bay en in talrijke andere Amerikaanse gevangenenkampen over de gehele wereld);

Specifieke ernstige inbreuken op de Conventies van Genève waarvoor Bush 'aider and abettor liability' draagt

Aangezien behalve de 'command responsibility' die Bush en de zijnen dragen voor de hier genoemde publiekelijk breed bekende prima facie 'grave breaches'van de Geneefse Conventies, Bush en de mede-leden van de criminele vereniging waarvan hij deel uitmaakt, ook nog 'aider and abettor liability' dragen voor het overdragen van een onbekend, maar in elk geval niet gering aantal van 'terrorisme' verdachte gevangen personen aan derde landen, zodat zij daar middels marteling waaraan de Verenigde Staten dan zelf hun handen niet vuil hoeven te maken, gedwongen kunnen worden tot het afleggen van verklaringen;

Weigering van de Staat om, jegens de persoon Bush, te voldoen aan de internationale verplichtingen ten aanzien van de vervolging van ernstige inbreuken op de Geneefse Conventies

Aangezien op Nederland, als verdragspartij bij de Geneefse Conventies, op grond van diezelfde Conventies van Genève in elk geval de zware verplichting rust om Bush terzake van deze 'grave breaches' te vervolgen, dan wel, indien dit bij gebreke van een adequate nationale wetgeving daarvoor, in casu niet mogelijk zou zijn, in elk geval ervoor zorg te dragen dat Bush wordt overgedragen aan enige andere Staat, eveneens verdragspartij bij deze Geneefse Conventies, waar wèl een berechting van hem verzekerd zou zijn, of wel — indien ook dat geen realiseerbare optie zou zijn, er voor zorg te dragen dat Bush uiteindelijk aan het Internationale Strafhof zou worden overgedragen dat, op basis van mede door de Nederlandse Staat aan de Prosecutorverstrekte informatie, dan een zaak tegen hem zou kunnen beginnen;

Aangezien de Staat der Nederlanden niet alleen op basis van de artikelen 146 Vierde Conventie van Genève en artikel 129 Derde Conventie van Genève zichzelf ertoe hebben verplicht om alles in het werk te stellen personen als Bush, die zich schuldig hebben gemaakt, en schuldig maken, aan zware schendingen van de Geneefse Conventies voor de rechter te brengen, maar zich daartoe dus ook heeft verbonden door in te stemmen met VN resolutie 3074 inzake de 'Principles of international cooperation in the detection, arrest, extradition and punishment of persons guilty of war crimes and crimes against humanity', alsmede op grond van de verplichtingen die de Staat is aangegaan in het kader van het Statuut van het Internationaal Strafhof , als vermeld in de preambule van dit verdrag;

Weigering van de Staat om bescherming te bieden tegen de dreigende agressie van Bush

Aangezien de Nederlandse Staat volkomen in gebreke blijft om de Nederlandse soevereiniteit, de onschendbaarheid van het Nederlandse grondgebied, de Nederlandse instellingen, lijf en goed van Nederlandse burgers, rust en vrede, de institutie van het Internationaal Strafhof en leven en gezondheid van de medewerkers van dit Strafhof te garanderen in het licht van de onvoorstelbare openlijke dreiging met militaire agressie die, in flagrante strijd met alle rechtsprincipes, van deze Bush uitgaat;

Aangezien de Nederlandse Staat daarmee zijn meest primaire en fundamentele taak die een Staat heeft, namelijk om zijn burgers veiligheid en bescherming te bieden tegen dreigend geweld van andere staten en zijn soevereiniteit en onschendbaarheid van zijn grondgebied te verzekeren volstrekt te grabbel gooit;

Aangezien, door volkomen in gebreke te blijven krachtig en effectief en stelling te nemen tegen de Amerikaanse dreiging met militair geweld tegen Nederlands grondgebied, en wel zodanig dat aan deze dreiging met militair geweld een einde komt, de Nederlandse Staat een karikatuur maakt van diens verplichtingen ten aanzien van de bescherming van de Nederlandse instellingen, de bescherming van lijf en goed van zijn burgers, de bescherming van de Nederlandse instellingen en de bescherming van de Nederlandse soevereiniteit, integriteit en de onschendbaarheid van zijn grondgebied, die bij een mogelijke militaire actie van de Verenigde Staten tegen Nederland onvermijdelijk in het geding komen;

Aangezien de individuele leden van de Nederlandse regering en de individuele leden van het parlement, door aldus op een kwaadaardige, verderfelijke en landverraderlijke manier in gebreke te blijven om de Staat, zijn instellingen en zijn burgers van dreigend Amerikaans militair geweld te vrijwaren en door op een infame manier in gebreke te blijven om het Internationale Strafhof een veilig, ongestoord en onpartijdig functioneren te garanderen, hun grondwettelijke eed verzaken en hun hoge plichten eenvoudig verkwanselen;

Het toelaten door de Staat dat het Internationale Strafhof door Bush een ongestoord, onafhankelijk en onpartijdig functioneren

onmogelijk wordt gemaakt

Aangezien de Nederlandse Staat aldus bovendien een ongestoord, onpartijdig en onafhankelijk functioneren van het Internationale Strafhof onder een dergelijke afschuwelijke bedreiging met grof militair geweld volstrekt illusoir maakt;

Aangezien het Internationaal Strafhof, dat onder een dergelijke terroristische dreiging van Bush zijn werk moet doen, immers onmiddellijk zijn eigen fysieke bestaan en de levens en gezondheid van zijn medewerkers in de waagschaal stelt, indien het waagt om Amerikanen en het brede scala van hun beschermelingen voor dit Hof te dagen;

De Staat als blindelingse handlanger van Bush

Aangezien de Nederlandse Staat, toch al in velerlei opzichten opererende als blindelingse handlanger van de Amerikaanse buitenlandse politiek, met het op deze verpletterende wijze door Bush beperken van de onafhankelijkheid, onpartijdigheid en manoeuvreerruimte van het Internationale Strafhof klaarblijkelijk geen moeite heeft, althans geen moeite doet om daar ook maar enigszins tegen op te treden. Aldus te kennen gevende ook in dit opzicht de Amerikaanse agenda per saldo stipt te volgen;

Aangezien de Nederlandse regering van plan is om de gepatenteerde verdachte van terroristische bedreiging jegens Nederland, van misdadige schending van het agressieverbod, van veelvoudige ernstige schendingen van de Conventies van Genève en van het consequent plegen van veelvoudige andere oorlogsmisdrijven, die in de persoon van Bush van zins is om op of omstreeks 7 mei 2005 ons grondgebied zal betreden, niet onmiddellijk aan te houden, maar in plaats daarvan kwispelstaartend tegemoet te treden;

Aangezien echter daarentegen op de Staat, naar nationaal en naar internationaal recht, de verplichting rust om Bush, indien daarop de hand zou kunnen worden gelegd, onmiddellijk te arresteren, nu zonder meer publiekelijk en onomstreden vast staat dat:

1.Deze Bush, naar nationaal recht, zich schuldig maakt aan terroristische bedreiging jegens de Staat der Nederlanden en zijn inwoners en jegens het in Nederland gevestigde Internationale Strafhof als hoge internationale instelling, alsmede jegens diens functionarissen en medewerkers;

2.Deze Bush, naar nationaal recht, zich tevens schuldig maakt aan strafbare bedreiging met geweld in de zin van artikel 285 Wetboek van Strafrecht, alsmede, door daarvoor geld en andere middelen voorhanden te houden, aan strafbare voorbereiding, in de zin van artikel 46, van een groot aantal andere delicten naar nationaal strafrecht;

3.Deze Bush zich schuldig heeft gemaakt aan het ergst denkbare misdrijf naar internationaal recht, namelijk het voeren van een agressieoorlog, en wel tegen de Republiek Irak;

4.Deze Bush, naar internationaal recht, zich schuldig heeft gemaakt, en nog doorlopend schuldig maakt, aan een groot aantal ernstige schendingen van de Conventies van Genève, voor de vervolging van dewelke de Staat der Nederlanden zich verdragsrechtelijk mede garant heeft gesteld;

5.De persoon Bush, naar internationaal recht, zich schuldig heeft gemaakt, en nog doorlopend schuldig maakt, aan een groot aantal andere oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid, tot de vervolging waarvan de Staat der Nederlanden eveneens een internationaal commitmentis aangegaan;

Belangen van eisers bij de vorderingen

Aangezien de eisers –natuurlijke personen onder… zijn personen die woonachtig zijn in Den Haag, dan wel woonachtig elders in Nederland, maar in Den Haag werkzaam of daar regelmatig verblijf houden, die eenvoudig niet het risico willen lopen het slachtoffer te worden van een mogelijke gewapende aanval op Den Haag ter bevrijding van een Amerikaanse gevangene uit de cellen van het Internationaal Strafhof;

Aangezien de eisers —natuurlijke personen onder… zijn personen die in Irak of Afghanistan slachtoffer zijn geworden van de misdaden van tegen het internationale humanitaire recht, gepleegd door Amerikaanse troepen of functionarissen, waarvoor Bush, zoals het internationale recht bepaalt, persoonlijk aansprakelijk moet worden gehouden, zodat zij er dus groot belang bij hebben dat Bush terzake niet ongestraft blijft;

Aangezien de Haagse Stadspartij, vanuit hetzelfde oogmerk als dat van de eisers —natuurlijke personen woonachtig of werkzaam in Den Haag, de belangen van de leden op dit punt gebundeld representeert;

Aangezien de Vereniging van Anti-Fascistische Oud-Verzetsstrijders, Bond van Anti-Fascisten, en de Vereniging van Juristen voor de Vrede, op basis van statutaire taakstelling opkomen voor de slachtoffers van de misdaden en ontrechting door Bush, alsmede voor integriteit van het Internationale Strafhof en diens functionarissen en hun medewerkers, nu dit Strafhof en zijn medewerkers iedere rechtsbescherming van de zijde van de Staat tegen de onrechtmatige agressiedreiging van Bush ontberen;

MITSDIEN:

de President van de Rechtbank te 's-Gravenhage wordt verzocht om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,

PRIMAIR:

de Staat der Nederlanden opdracht te geven om Bush, zodra hij op of omstreeks 7 mei 2005 voet op Nederlandse bodem zal zetten, terstond aan te houden, in hechtenis te nemen en in hechtenis te houden, totdat de Nederlandse justitiële autoriteiten terzake verdere besluiten zullen hebben genomen;

SUBSIDIAIR:

de Staat der Nederlanden te verbieden om Bush tot Nederland toe te laten, dan wel de Staat te bevelen om hem terstond na aankomst weer als ongewenst uit te wijzen;

MEER SUBSIDIAIR:

de Staat der Nederlanden te verbieden om Bush tot Nederland toe te laten, dan wel te bevelen om hem terstond na aankomst weer als ongewenst uit te wijzen, zolang de zgn. 'Hague Invasion Act', die een verbijsterende constante dreiging met militair geweld legt op Nederland, Nederlandse instellingen, Nederlandse burgers en hun eigendommen en het Internationaal Strafhof en zijn functionarissen en medewerkers, niet volledig zal zijn ingetrokken en geëcarteerd;

VERDER SUBSIDIAIR:

de Staat der Nederlanden te verbieden om Bush in Nederland immuniteit toe te staan van strafvervolging, zolang de Verenigde Staten niet op ondubbelzinnige en internationaal verbindende wijze zich ertoe hebben verplicht om te allen tijde af te zien van militair of politioneel geweld, alsmede van dreiging met zodanig geweld, tegen de nationale integriteit van Nederland, tegen de onschendbaarheid van het Nederlandse grondgebied, tegen Nederlandse burgers en hun eigendommen, alsmede tegen op Nederlands grondgebied gevestigde internationale instellingen;

UITERST SUBSIDIAIR:

In goede justitie te bepalen welke maatregelen de Staat der Nederlanden aanstonds zal dienen te nemen teneinde de onaanvaardbare bedreiging van de zijde van Bush met militair geweld tegen de Nederlandse territoriale integriteit, de onschendbaarheid van Nederlands grondgebied, de Nederlandse instellingen, de Nederlandse burgers en hun eigendommen, alsmede tegen het Internationale Strafhof en diens functionarissen en medewerkers, onvoorwaardelijk en definitief uit te bannen;

met veroordeling van de Staat in de kosten van dit geding.

De kosten dezes zijn voor mij, deurwaarder